Ga naar de inhoud

Wat wil ik met mijn kunstwerk communiceren? En hoe gaat publiek dat ervaren? Toneelregisseur Koen van Seuren helpt de Bosch Parade-deelnemers bij het vinden van antwoorden op die cruciale vragen. “Eerste stap daarbij: hoe vertaal je een beeldend idee naar een performance?”

Koen: “Veel Bosch Parade-deelnemers hebben geen ervaring met theater of dans. Als beeldend kunstenaars zijn ze gewend om hun werk te tonen in expositieruimten en galeries. De concentratie is daar eenduidig, mensen komen er specifiek naartoe om jouw werk te bekijken – of niet. Bosch Parade vraagt een andere concentratie. Daar moet je op een heel ander niveau de verbeelding aanzetten én die blijven activeren.”

Koen van Seuren weet waar hij het over heeft. Hij maakt zijn eigen voorstellingen, onder andere met z’n gezelschap Antiklimax en bij Het Zuidelijk Toneel. Daarnaast is hij betrokken bij allerlei vormen van randprogrammering, met amateurs en professionals. Bosch Parade kent hij van binnenuit; de laatste editie in 2022 regisseerde hij ook, samen met Sarah Moeremans.

Koen: “Regie bij Bosch Parade betekent enerzijds de makers ondersteunen bij hun projecten. Eerste stap daarbij: hoe vertaal je een beeldend idee naar een performance? Ik ga in een vroeg stadium met ze in gesprek over wat ze willen maken, ben bij repetities en bekijk daar of er bijvoorbeeld acteurs of dansers nodig zijn – en die ga ik dan zoeken. Daarbij vind ik het heel belangrijk dat de kunstenaar in haar eigen verbeelding blijft, ik bemoei me zo min mogelijk met dat actieve proces maar adviseer waar nodig. Als zij bijvoorbeeld wil dat een acteur een bepaalde emotie uitbeeldt, geef ik regietips. Als zij meer interactie met publiek wil, denk ik mee over mogelijkheden. Maar het is en blijft haar kunstwerk.”

De andere, minstens zo belangrijke taak van de Bosch Parade-regisseur is het mee bepalen van de volgorde van de kunstwerken. Koen: “Alle werken in Bosch Parade zijn door de thematiek met elkaar verbonden, maar ze verschijnen niet in een traditioneel chronologische vorm. Aan de hand van heel diverse facetten als ritmiek en timbre, maar ook verstilling of juist veel kabaal, zoeken artistiek leider Miesjel van Gerwen, componist Aart Strootman en ik naar een geschikte volgorde. Bij elk object wikken en wegen we: past dit hier of toch beter daar? Doel is dat het één geheel wordt. Op zo’n manier dat het publiek langs de route wel een logische opeenvolging ervaart, maar niet precies weet waar die op gebaseerd is.”